Nederlandse toonsoort
groot C Cis
Des
D Dis
Es
E F Fis
Ges
G Gis
As
A Aïs
Bes
B
klein c cis
des
d dis
es
e f fis
ges
g gis
as
a aïs
bes
b


  • gis klei·ne terts
enkelvoud meervoud
naamwoord gis kleine terts -
verkleinwoord - -

de gis kleine tertsv / m

  1. (muziek) het akkoord gis - b - dis, de kleine drieklank op de eerste trap van de gis-kleinetertstoonladder
    • Het akkoord heet gis kleine terts naar de kleine terts: gis - b. 
  2. (muziek) de toonsoort waarvan #1 het grondakkoord is
    • Een wals in gis kleine terts.