gietwaren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- giet·wa·ren
Woordherkomst en -opbouw
- gietwaar met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de gietwaren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gietwaar
- ▸ Naar Nederland werden o.a. uitgevoerd: staafijzer, blik, gietwaren, medische instrumenten, muziekinstrumenten, kuipwerk, hout (…)[1]
Opmerkingen
- Er is geen duidelijk verschil in betekenis tussen meervoud en enkelvoud. Een afzonderlijk gegoten voorwerp wordt "gietstuk" genoemd.
Gangbaarheid
- Het woord 'gietwaren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Buitenland. (27 juli 1923) in: De Maasbode , p. 7 (blad 2: 3) kol. 5