gezichtsveld
- ge·zichts·veld
- samenstelling van gezicht en veld met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gezichtsveld | gezichtsvelden |
verkleinwoord | - | - |
het gezichtsveld o
- de ruimte die men met de ogen of een optische instrument overziet
- De grote vlinder verdween uit het gezichtsveld van de Koning. [1]
1.
- Het woord gezichtsveld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gezichtsveld" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 105
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be