Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·welf·scho·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gewelfschotel gewelfschotels
verkleinwoord gewelfschoteltje gewelfschoteltjes

Zelfstandig naamwoord

de gewelfschotelv / m

  1. (bouwkunde) ornament dat zich soms aan gewelven bevindt op de plaats waar de gewelfribben samenkomen

Gangbaarheid

Meer informatie