Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·vel·plaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gevelplaat gevelplaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gevelplaatv / m

  1. een plaat van hout, metaal, kunststof of ander materiaal die op de gevel van een gebouw aangebracht is
    • Tijdens de storm kwam er een gevelplaat los. 
Verwante begrippen