• ge·te·ken·de
enkelvoud meervoud
naamwoord getekende getekenden
verkleinwoord - -

degetekendev/m

  1. iemand die 'getekend' is
  • Wacht U voor de getekenden
Stoett-671 [2]
vervoeging van: tekenen…
verbogen vorm: getekendee

getekende

  1. verbogen vorm van getekend, voltooid deelwoord van tekenen

getekende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van getekend
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]