gespreksonderwerpen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·spreks·on·der·wer·pen

Zelfstandig naamwoord

de gespreksonderwerpenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gespreksonderwerp
     Er waren evengoed genoeg gespreksonderwerpen geweest die avond, alle spanning was weg en de wijn hielp ook mee.[1]
     In het begin van het jaar werd een zangeres in de tienerleeftijd die Carola heette van de ene dag op de andere een superster toen ze het Nationale Songfestival won. Het was een doorbraak die exceptioneel veel aandacht trok. Vanzelfsprekend werd ze daarmee ook een van de vaste gespreksonderwerpen van het land. Dat was ook zo onder de strafpleiters, deze jonge Carola was werkelijk onweerstaanbaar.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628265
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149