Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·spits·te

Werkwoord

vervoeging van: spitsen…
verbogen vorm: gespitstee

gespitste

  1. verbogen vorm van gespitst, voltooid deelwoord van spitsen

Bijvoeglijk naamwoord

gespitste

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gespitst
     Ik ging rechtop zitten en luisterde met gespitste oren waar het geluid vandaan kwam.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers