gespierd
- ge·spierd
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gespierd | gespierder | gespierdst |
verbogen | gespierde | gespierdere | gespierdste |
partitief | gespierds | gespierders | - |
- bn: pseudodeelwoord afgeleid van spier zn met het omvoegsel ge- -d
- ww: vervoeging van spieren: de stam met omvoegsel ge- -d
gespierd
- met sterk ontwikkelde stevige spieren
- ▸ Ik was goed in vorm, waardoor ik des te gekker opkeek toen iemand mij toch inhaalde. Deze persoon had gigantisch gespierde kuiten en twee lange blonde vlechten onder een versleten baseballcap.[1]
1. met sterk ontwikkelde stevige spieren
vervoeging van: | spieren… |
verbogen vorm: | gespierde |
gespierd
- voltooid deelwoord van spieren
- Het woord gespierd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gespierd" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be