Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·slachts·or·gaan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geslachtsorgaan geslachtsorganen
verkleinwoord geslachtsorgaantje geslachtsorgaantjes

Zelfstandig naamwoord

het geslachtsorgaano

  1. (seksualiteit) lichaamsdeel dat de voortplanting van de soort dient
    • Mannen hebben een penis en vrouwen een vagina als geslachtsorgaan. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid