gesjoemel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·sjoe·mel
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van sjoemelen met het voorvoegsel ge-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gesjoemel | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het gesjoemel o
- (juridisch) (informeel) de fraude, het geknoei
- Volkswagen geeft gesjoemel met 8 miljoen auto’s in EU toe [1]
- Europese Commissie wist al eerder dan 2012 over gesjoemel met diesels [2]
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord gesjoemel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gesjoemel" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ www.nrc.nl
- ↑ www.nu.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be