vervoeging van
generalizar

generalice

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van generalizar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van generalizar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van generalizar