• ge·munt
  • vervoeging van munten: de stam met omvoegsel ge- -t, zonder -t omdat de stam al op -t eindigt [1]
vervoeging van: munten…
verbogen vorm: gemunte

gemunt

  1. voltooid deelwoord van munten
  • het op iets gemunt hebben
als doelwit voor ogen hebben
Hij had het duidelijk op jou gemunt.
stellend
onverbogen gemunt
verbogen gemunte
  1. (van edelmetaal) zo gevormd dat het als betaalmiddel gebruikt kan worden
97 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]