• ge·merkt
vervoeging van: merken…
verbogen vorm: gemerkte

gemerkt

  1. voltooid deelwoord van merken
     Aan de bar in een klein dorpje vertelde de barman me een bijzonder verhaal over ene Seth Orme – trailname Cap – een 26-jarige jongen uit North-Carolina, die iets voor me op de trail liep. Hij had tijdens zijn vele hikes in de National Parks gemerkt hoe veel afval en wc-papier daar werd weggegooid.[1]
stellend
onverbogen gemerkt
verbogen gemerkte
partitief gemerkts

gemerkt

  1. voorzien van een teken ter herkenning
    • In het verzorgingshuis moet alle kleding van de bewoners gemerkt zijn met naam en nummer van de bewoner, omdat het anders niet duidelijk is welke kleding van wie is. 
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers