Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·luids·fil·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geluidsfilter geluidsfilters
verkleinwoord geluidsfiltertje geluidsfiltertjes

Zelfstandig naamwoord

geluidsfilter m / o

  1. een filter om omgevingsgeluid weg te filteren
    • Mobiel bellen prettiger dankzij geluidsfilter. De ontvanger verstaat het beter als de mobiele telefoon het omgevingsgeluid wegfiltert 
  2. een filter om geluid door te laten
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie