gelaatsspieren
  • ge·laats·spier
enkelvoud meervoud
naamwoord gelaatsspier gelaatsspieren
verkleinwoord gelaatsspiertje gelaatsspiertjes

de gelaatsspierv / m

  1. (anatomie) een van de dwarsgestreepte spieren die onder andere de gelaatsexpressies controleren
    • Wat u beschrijft zijn hoogstwaarschijnlijk hemifaciale spasmen. Deze worden gekenmerkt door onwillekeurige, plotselinge en vaak hevige trekkingen van diverse gelaatsspieren aan één zijde van het gezicht. Dit is het gevolg van een stoornis van de zevende hersenzenuw, die onder andere de gelaatsspieren aanstuurt. [2]