Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·kreun
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gekreun
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gekreuno

  1. aanhoudend uitingen geven van pijn of smart
    • De film, die dit weekeinde in de Verenigde Staten in première ging, bezorgt de toeschouwer een angstaanjagende fysieke ervaring. Vooral tijdens dat eeuwigdurende half uur aan het strand van Normandië is er geen ontkomen aan: je zit midden in het dreunende, gierende oorlogsgeweld. Links en rechts worden soldaten die door de branding waden geveld door het onophoudelijke mitrailleurvuur. De een staat nog te kotsen van de angst, de ander heeft al een kogel in zijn hoofd. Er klinken onverstaanbare bevelen, gekreun, geschreeuw en gevloek. De schokkerige camera gunt ons geen overzicht en ook geen adempauze. We moeten mee naar voren, de zee in, het strand op. [2] 
  2. aanhoudend uitingen geven van inspanning of zelfs genot
    • De dopingval van Maria Sjarapova is dramatischer voor de sport dan het medische geknoei van een schaatssprinter en een shorttracker. Maria was een magneet voor het internationale tennis. Ze maakte furore met een haar grandslams, haar gekreun, haar gracieuze motoriek, haar lange mannequinbenen. Ik ken alleen maar mannen die verliefd waren op de marmeren hinde. En de meisjes droomden zich een Sjarapovagezichtje. Na de Argentijnse Gabriela Sabatini is Sjarapova de tweede tennisdiva die ook om haar schoonheid als wereldster werd bewonderd. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Juurd Eijsvoogel 27 juli 1998
  3. NRC Hugo Camps 12 maart 2016
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be