• ge·hoor·zaamt
vervoeging van
gehoorzamen

gehoorzaamt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gehoorzamen
    • Jij gehoorzaamt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gehoorzamen
    • Hij gehoorzaamt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van gehoorzamen
    • Gehoorzaamt!