Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·drags·on·der·zoek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gedragsonderzoek gedragsonderzoeken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gedragsonderzoeko

  1. het onderzoek naar het handelen van mensen en dieren
     De NS deed vorige maand samen met de TU Delft - voor de vierde keer sinds corona - een groot gedragsonderzoek onder reizigers. Ruim 23.000 mensen deden mee.[1]
     Volgens Voss zijn critici vaak niet goed op de hoogte van de Fieldlab-proeven: "Wij doen geen medisch-wetenschappelijk onderzoek, maar gedragsonderzoek. We zijn aan het modelleren: hoeveel contacten zijn er op zo'n evenement tussen mensen, en waar vinden die plaats? Wat gebeurt er als je het aantal mensen aanpast, als je de beschikbare ruimte aanpast? Bij de eerste evenementen, met tussen 500 en 1500 bezoekers, hebben we gezien dat het veilig kan, en ook bij het enige grote evenement tot nu toe, de voetbalwedstrijd Nederland-Letland met 5000 bezoekers. Dus nu is de vraag: hoe kunnen we op een grotere schaal toepassen wat we geleerd hebben?"[2]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Corona's impact op treinreizen: 'We moeten naar een kleinere NS', zegt topvrouw” (Zondag 17 januari 2021, 18:51), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Grote Fieldlabs geschrapt: 'We moeten nu het kind niet met het badwater weggooien'” (Maandag 19 april 2021, 22:32), NOS