Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gas·boer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gasboer gasboeren
verkleinwoord gasboertje gasboertjes

Zelfstandig naamwoord

de gasboerm

  1. iemand die gas verkoopt of verhandelt
     Economische reus Japan, gasboer Rusland en teerzandexploitant Canada keerden ”Kyoto” de rug toe, terwijl de VS het verdrag nooit hebben geratificeerd. Het verdrag bestaat nu alleen nog bij de gratie van de EU.[1]

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Bart van den Dikkenberg
    “Klimaat kind van de rekening in Durban” (12-12-2011), Reformatorisch Dagblad
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be