vervoeging van
gagner

gagne

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van gagner
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van gagner
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van gagner