gaf bij
- gaf bij
vervoeging van |
---|
bijgeven |
gaf bij
- enkelvoud verleden tijd van bijgeven
- Ik gaf bij.
- Jij gaf bij.
- Hij, zij, het gaf bij.
- Ik gaf bij.
- Het woord gaf bij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
bijgeven |
gaf bij