funshop
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fun·shop
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fun zn en shop ww
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | funshop | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de funshop m
Werkwoord
vervoeging van |
---|
funshoppen |
funshop
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van funshoppen
- Ik funshop.
- gebiedende wijs van funshoppen
- Funshop!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van funshoppen
- Funshop je?
Gangbaarheid
- Het woord funshop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.