Spaans

Werkwoord

vervoeging van
fugar

fugue

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fugar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fugar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fugar
vervoeging van
fugarse

fugue

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fugarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fugarse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fugarse