fugara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van fugar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van fugar
fugara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van fugarse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van fugarse