vervoeging van
ir

fuésemos

  1. aanvoegende wijs eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van ir
vervoeging van
irse

fuésemos

  1. aanvoegende wijs eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van irse
vervoeging van
ser

fuésemos

  1. aanvoegende wijs eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van ser