Latijn

Bijwoord

frūstrā

  1. tevergeefs


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
frustrar

frustra

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van frustrar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van frustrar
vervoeging van
frustrarse

frustra

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van frustrarse