Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Frigidaire

Nederlands

 
frigidaire
Uitspraak
Woordafbreking
  • fri·gi·dai·re
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord frigidaire frigidaires
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de frigidairev / m

  1. (huishouden) toestel waarmee men etenswaren kan koelen of koel houden
     Melk uit de frigidaire is uit den boze. Melk dient op lichaamstemperatuur gedronken te worden.[3]
Synoniemen

Meer informatie

Verwijzingen