framkalle
- fram·kal·le
Naar frequentie | > 50000 |
---|
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | framkalle |
tegenwoordige tijd | framkaller |
verleden tijd | framkalte |
voltooid deelwoord |
framkalt |
onvoltooid deelwoord |
framkallende |
lijdende vorm | framkalles |
gebiedende wijs | framkall |
vervoegingsklasse | Klasse 2 zwak |
opmerking |
framkalle
- overgankelijk oproepen, veroorzaken, wekken
- overgankelijk, (scheikunde) ontwikkelen (film, foto)
- [1]: forårsake
- [1]: føre til
- [1]: kalle fram
- [1]: skape
- [1]: vekke
- [1]: Det kan framkalle allergi / frykt.
Het kan allergie / vrees veroorzaken.
- [2]: framkalle bilder
fotos ontwikkelen
- fram·kal·le
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | framkalle framkalla |
tegenwoordige tijd | framkallar |
verleden tijd | framkalla |
voltooid deelwoord |
framkalla |
onvoltooid deelwoord |
framkallande |
lijdende vorm | framkallast |
gebiedende wijs | framkall framkalle framkalla |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking |
framkalle
- overgankelijk oproepen, veroorzaken, wekken
- overgankelijk, (scheikunde) ontwikkelen (film, foto)
- [1]: kalle fram
- [2]: framkalle ein film
een film ontwikkelen