framede
- frame·de
vervoeging van |
---|
framen |
framede
- enkelvoud verleden tijd van framen
- Ik framede.
- Jij framede.
- Hij, zij, het framede.
- Ik framede.
- Het woord framede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
framen |
framede