flarfen
- flar·fen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
flarfen |
flarfte |
geflarft |
zwak -t | volledig |
flarfen
- inergatief (dichtkunst) gedichten maken uit de resultaten van zoekmachine op internet of een voor een ander doel ontstane verzameling zinnen
- ▸ Jelle Pieters en Kila van der Starre zijn ook nog eens in de ban van wat zij ‘voetbalflarf’ noemen: een voetbalwedstrijd op tv kijken, zinnen en zinsdelen van het commentaar noteren en daarna (zonder zelf iets toe te voegen) de fragmenten samenvoegen tot een gedicht. (…) Velen, waaronder heel wat docenten Nederlands, flarften mee. Ook nu roepen ze iedereen op om mee te flarfen.[2]
- ▸ Ook in Nederland wordt er geflarft.[1]
- Het woord flarfen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 Weblink bron Dossier T=A=A=L : Lezer, schrijver, hoe gaat het gedicht in: Parmentier., jrg. 17 nr. 2 (juni 2008), Stichting Parmentier, Nijmegen, p. 19/20
- ↑ Weblink bron “Flarf ook mee tijdens het EK Voetbal” (11 juni 2021) op neerlandistiek.nl