fijnscheuren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fijn·scheu·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fijn en scheuren
Werkwoord
fijnscheuren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
fijnscheuren |
scheurde fijn |
fijngescheurd |
zwak -d | volledig |
- overgankelijk in heel kleine stukjes maken door te scheuren
- Hij maakte Engels pluksel door grote lappen stof fijn te scheuren.
Gangbaarheid
- Het woord 'fijnscheuren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.