• fiets·veer
enkelvoud meervoud
naamwoord fietsveer fietsveren
verkleinwoord fietsveertje fietsveertjes

het fietsveero

  1. een veerpont voor fietsers en wandelaars
    • Ten oosten van Nijmegen kan je nog met een fietsveer oversteken naar de Millingerwaard. 
83 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be