fibreus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fi·breus
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | fibreus | fibreuzer | fibreust |
verbogen | fibreuze | fibreuzere | fibreuste |
partitief | fibreus | fibreuzers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
fibreus [2]
- vezelachtig, bindweefselachtig
- ▸ Het mooie is dat Tigenix er in geslaagd is om een marker te ontwikkelen die de optimale kraakbeencellen voor het regeneratieproces identificeert. De kweek gebeurt bovendien op zo'n manier dat het klassieke euvel - cellen die hun "geheugen" verliezen en daardoor suboptimale resultaten afleveren (zoals fibreus kraakbeenweefsel) - voorkomen wordt.[3]
Gangbaarheid
- Het woord fibreus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fibreus" herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ fibreus op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Pascal Dendooven“Tigenix beursbelofte voor 2007” (18/11/2006), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be