• fi·ber
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘isolatiemateriaal uit vezels e.d.’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1921 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord fiber fibers
verkleinwoord - -

fiber m / o [3]

  1. vezel, (een lang, dun filament waarvan de lengte ten minste drie keer groter is dan de doorsnede)
     Maandenlang had ik alle specificaties van tenten bestudeerd: gewicht, ruimte, kosten, duurzaamheid, dubbelwandig, enkelwandig, vrijstaand, camouflagemotief, cuben fiber en nylon. Ik koos uiteindelijk voor de Duplex van Zpacks, een ruime tweepersoons enkelwandige, cuben fiber tent van nog geen 700 gram. Cuben fiber is een superlicht maar sterk materiaal, afkomstig uit de zeilwereld.[4]
87 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[5]


  • Afkomstig van het Latijnse naamwoord fibra.
enkelvoud meervoud
fiber fibers

fiber

  1. (biochemie) vezel