fiber
- fi·ber
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘isolatiemateriaal uit vezels e.d.’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1921 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fiber | fibers |
verkleinwoord | - | - |
- vezel, (een lang, dun filament waarvan de lengte ten minste drie keer groter is dan de doorsnede)
- ▸ Maandenlang had ik alle specificaties van tenten bestudeerd: gewicht, ruimte, kosten, duurzaamheid, dubbelwandig, enkelwandig, vrijstaand, camouflagemotief, cuben fiber en nylon. Ik koos uiteindelijk voor de Duplex van Zpacks, een ruime tweepersoons enkelwandige, cuben fiber tent van nog geen 700 gram. Cuben fiber is een superlicht maar sterk materiaal, afkomstig uit de zeilwereld.[4]
- Het woord fiber staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fiber" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "fiber" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ fiber op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Geluid: fiber (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈfaɪbə/
- Afkomstig van het Latijnse naamwoord fibra.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
fiber | fibers |
fiber