farmacie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- far·ma·cie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘artsenijbereidkunde, apotheek’ voor het eerst aangetroffen in 1689 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | farmacie | farmacieën |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) (scheikunde) de kunst van de bereiding van geneesmiddelen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Verwante begrippen
- apotheek, apotheker, farmaceutische technologie, farmacochemie, farmacodynamiek, farmacognosie, farmacokinetiek, farmacologie, farmacon, farmacotherapie
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord farmacie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "farmacie" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "farmacie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ farmacie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /farmatsɪjɛ/
Woordafbreking
- far·ma·cie
Zelfstandig naamwoord
farmacie v
Verbuiging
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)