Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fan·mail
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘van fans ontvangen correspondentie’ voor het eerst aangetroffen in 1942 [1]
  • uit het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord fanmail fanmails
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de fanmailv / m [3]

  1. van fans ontvangen correspondentie
    • Maar in Schmelzers vrijgegeven persoonlijke archief zitten stapels fanmail in de vorm van lange brieven, kaartjes en telegrammen. Van partijgenoten, volkomen buitenstaanders of bevriende organisaties, zoals de Rooms-Katholieke Bond van Melkhandelaren. [4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen