Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fake·te
Woordherkomst en -opbouw
  •  fake ww  met de uitgang -te

Werkwoord

vervoeging van
faken

fakete

  1. enkelvoud verleden tijd van faken
    • Ik fakete. 
    • Jij fakete. 
    • Hij, zij, het fakete.