faerský
Slowaaks
Uitspraak
- IPA: /faɛrskiː/
Bijvoeglijk naamwoord
faerský
- (demoniem) Faeröers; met betrekking tot de eilandengroep Faeröer
- (demoniem) Faeröers; met betrekking tot het autonome gebied Faeröer
- (demoniem) Faeröers; met betrekking tot het volk de Faeröerders
- (taal) Faeröers; met betrekking tot de taal het Faeröers
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /faɛrskiː/
Woordafbreking
- faer·ský
Bijvoeglijk naamwoord
faerský
- (demoniem) Faeröers; met betrekking tot de eilandengroep Faeröer
- (demoniem) Faeröers; met betrekking tot het autonome gebied Faeröer
- (demoniem) Faeröers; met betrekking tot het volk de Faeröerders
- (taal) Faeröers; met betrekking tot de taal het Faeröers