faalangst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- faal·angst
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van faal ww en angst
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | faalangst | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de faalangst m
- (psychologie) angst om te falen
- Vaak verhindert faalangst dat mensen iets ondernemen.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. angst om te falen
|
Gangbaarheid
- Het woord faalangst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "faalangst" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be