vervoeging van
expirar

expire

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van expirar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van expirar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van expirar