excluir
- ex·cluir
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
excluir |
excluía |
excluido |
volledig |
excluir
- overgankelijk uitsluiten
- niet toelaten
- niet meetellen
- buiten beschouwing laten
- excluir in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española