examenvoorbereiding

  • exa·men·voor·be·rei·ding
enkelvoud meervoud
naamwoord examenvoorbereiding examenvoorbereidingen
verkleinwoord

de examenvoorbereidingv

  1. specifieke training in het maken van een examen
     Vandaag vergaderen de ministers van Onderwijs van de Duitse deelstaten met bondskanselier Merkel over het geleidelijk heropenen van scholen. Op 4 mei gaan veel scholen weer open voor hun examenklassen. Die krijgen geen les maar wel steun bij de examenvoorbereiding. Duitse leerlingen moeten gewoon examen doen.[1]
  1.   Weblink bron
    Rinke van den Brink
    “Duitse virologen: 'Kinderen mogelijk net zo besmettelijk als anderen'” (Donderdag 30 april 2020, 11:18), NOS