Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • evo·lu·tie·leer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord evolutieleer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

evolutieleer v/m [1]

  1. de natuurwetenschappelijke verklaring voor de evolutie van het leven en voor de verscheidenheid aan soorten op Aarde
    • Hij is senior fellow bij het Center on Wealth, Poverty and Morality van denktank Discovery Institute. Deze denktank heeft mede tot doel dat op scholen niet alleen de evolutieleer, maar ook die van ‘intelligent design’ wordt gegeven, het idee dat het heelal en de mensheid het best worden verklaard als het werk van een bovennatuurlijke intelligente ‘ontwerper’. [2] 
    • 'Zwierig, grappig, vernieuwend én informatief': de tekeningen van Floor Rieder (1985) hebben het allemaal. Daarom ontvangt ze de Gouden Penseel voor haar illustraties bij Het raadsel van alles wat leeft van Jan Paul Schutten (Gottmer). De jury vindt Rieders werk van een niveau dat je 'in kinderboekenillustraties maar zelden aantreft'. Het boek legt de evolutieleer uit aan kinderen. Een Zilveren Penseel ging naar Coco of het kleine zwarte jurkje van Annemarie van Haeringen (Leopold en Gemeentemuseum Den Haag) De prijzen werden gisteravond uitgereikt in het Rijksmuseum in Amsterdam.[3]  
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Camil Driessen 16 november 2016
  3. Volkskrant foto
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be