Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • eu·ro·pæ·isk
Woordherkomst en -opbouw
  • Bijvoeglijk naamwoord met het achtervoegsel -isk.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
g enkelvoud europæisk mer europæisk mest europæisk
o enkelvoud europæisk
meervoud europæiske
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
europæiske mer europæisk mest europæisk

Bijvoeglijk naamwoord

europæisk

  1. (demoniem) Europees
    «De eneste europæiske lande, USA formelt erklærede krig, var Ungarn, Bulgarien og Rumænien.»
    De enige Europese landen, aan hun de Verenigde Staten formeel de oorlog verklaarde, waren Hongarije, Bulgarije en Roemenië.
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • europæiske jøder
Europese joden
Verwante begrippen
Demoniemen bij Europa in het Deens

inwoner: europæer • bijvoeglijk: europæisk

Verwijzingen