• et·ter·ach·tig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen etterachtig etterachtiger etterachtigst
verbogen etterachtige etterachtigere etterachtigste
partitief etterachtigs etterachtigers -

etterachtig

  1. gelijkend op, of eigenschappen hebbend van etter
    • Hun lijven zaten vol half geronnen bloed en etterachtig vocht, dat wellicht afkomstig was van het bespeekseld woud waaraan ze genibbeld en gezogen hadden. (Uit: Ranonkel van Jaques Hamelink)