vervoeging van
estrenar

estrenase

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van estrenar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van estrenar
vervoeging van
estrenarse

estrenase

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van estrenarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van estrenarse