Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • es·tre·char
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
estrechar
estrechaba
estrechado
volledig

Werkwoord

estrechar

  1. onovergankelijk krimpen
  2. overgankelijk vernauwen, smaller maken (van kleding)
  3. versterken, nauwer aanhalen (van relaties)

Verwijzingen