estrechar
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- es·tre·char
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
estrechar |
estrechaba |
estrechado |
volledig |
Werkwoord
estrechar
- onovergankelijk krimpen
- overgankelijk vernauwen, smaller maken (van kleding)
- versterken, nauwer aanhalen (van relaties)
Verwijzingen
- estrechar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española