vervoeging van
estirar

estires

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van estirar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van estirar
vervoeging van
estirarse

estires

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van estirarse
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van estirarse