espetara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van espetar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van espetar
espetara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van espetarse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van espetarse